Fiets "regels" binnen de Domrenner

De regels die centraal staan binnen de Domrenner zijn de wettelijke fietsregels. Daarnaast hanteert de Domrenner regels die nooit op papier gezet zijn, maar wel overal gebruikt worden in de wielerwereld. Deze regels staan hieronder beschreven. Anderzijds staan er regels die door het bestuur van de Domrenner zelf zijn opgesteld. Houd deze regels in gedachten wanneer je deelneemt aan een training bij De Domrenner.


1. Als je in een groep rijdt zorg dan altijd dat die groep compleet blijft! Dat wil zeggen dat je af en toe even omkijkt om te zien of de groep nog wel compleet is, ook als je niet op kop rijdt! Als je ziet dat een deel van de groep niet volgt, roep dan iets naar voren om duidelijk te maken dat er even gewacht moet worden.

2. Let altijd goed op je voorganger, en anticipeer op wat er voor je gebeurt. 

3. Als je ziet dat er een tegenligger aankomt: Roep gewoon TEGEN! Iedereen weet dan dat er een fietser/ auto/ tractor uittegengestelde richting de groep nadert. Is het obstakel te breed? Dan moet de groep ritsen (achter elkaar fietsen, 1 rij). Roep dan RITSEN!

4. Als je ziet dat er aan je eigen kant van de weg iets in de weg rijdt: Roep gewoon VOOR! Iedereen weet dan dat de groep rekening moet houden met een object dat dezelfde kant op rijdt.

5. Als je ziet dat een auto / tractor de groep in wil halen, roep ACHTER!. Iedereen weet dan dat er voertuig wil passeren en kan hier rekening mee houden door aan de kant te gaan.

6. Als er paaltjes staan: Roep PAALTJES! Iedereen weet dan dat er paaltjes aankomen.

7. Bij obstakels op het wegdek , zoals gaten of stenen, geef je gewoon even met je rechter of linkerhand/arm (afhankelijk van de zijde) aan dat er iets aan komt door je arm even opzij te steken en vervolgens achter je rug om weg te draaien: WIJZEN!. Hierdoor weet iedereen die achter je rijdt dat er iets aankomt waar je omheen moet.

8. Het dragen van een HELM is verplicht. Zonder helm mag je niet deelnemen aan een training.

9. Rijd NIET DOOR ROODlicht. Als een deel van de groep al wel overgestoken is, wacht dan rustig tot het licht groen wordt en vervolg dan pas je weg. Zie je dat de groep een rood stoplicht nadert? Roep dan HOO! en gebaar het stopteken met je hand.  

10. Niemand rijdt alleen naar huis terug omdat hij of zij het tempo niet aankan. Er moet altijd iemand van de groep bij een achterblijver blijven.

11. Op de maandagtraining geldt dat het tempo van de langzaamste het tempo van de hele groep bepaalt.

12. Zorg dat je materiaal in orde is, dit kan een hoop onveilige situaties voorkomen.